Parachutespringen is een sport waarbij de springer met een valscherm op de rug gebonden uit een vliegtuig springt en dit valscherm vervolgens op tijd opent om met een zachte landing op de grond terecht te komen. Parachutespringen is een risicosport.

Er kan op diverse manieren gesprongen worden:
Automatische Opening (AO): hierbij wordt op een hoogte van ongeveer 1 kilometer bij het uit het vliegtuig springen vrijwel direct en automatisch het valscherm geopend. Het valscherm is bij de sprong met een static line verbonden aan het vliegtuig.
Vrije val (Accelerated Free Fall): hierbij wordt op een hoogte van ongeveer 4 kilometer uit het vliegtuig gesprongen met gesloten parachute. De springer opent deze met de hand na het genieten van een vrije van iets meer dan 2 kilometer.
Tandemsprong (duospringen): hierbij springen twee al in een harnas aan elkaar verbonden mensen uit het vliegtuig. De ervaren springer (tandemmaster) is verantwoordelijk voor het goede verloop van de sprong en bedient de parachute.

Tijdens de vrije val kunnen diverse acties uitgevoerd worden.
Freestyle en freestyling (turnen en acrobatiek in de lucht), formatiespringen (twee of meer mensen maken figuren in de lucht met hun valschermen nog gesloten), Canopy Formation (figuren maken met het valscherm open), PA-springen (precies op een cirkeltje op de grond landen) en Canopy Piloting (vlak boven de grond een zo groot mogelijke afstand afleggen).